Honing

Bijen halen nectar uit allerlei soorten bloemen. Deze nectar wordt naar het nest gebracht en daar door een fermenterings- en indampingsproces tot honing verwerkt. De honing wordt in de cellen van de honingraten opgeslagen en uiteindelijk verzegeld met een dun laagje was. Dat is hun voorraadkamer zogezegd.

Ik neem alleen honingraten af als ik zeker weet, dat het volk voor haar eigen onderhoud en overwintering genoeg heeft. Dat betekent tussen zo’n 12 tot 14 kg honing voor een volk op één broedkamer en zo rond de 19 kg als het volk op twee broedkamers staat. Want in hun eigen honing zit alles wat ze nodig hebben om te overleven (naast de stuifmeelvoorraden dan, die ze ook hebben). Als ik de honingraten afneem, ontzegel ik ze en in een soort centrifuge (honingslinger) slinger ik de honing uit de raten en via verschillende zeven en controles komt de honing dan uiteindelijk in de bekende honingpotjes terecht. De smaak, kleur en consistentie van de honing wordt o.a. bepaald door de herkomst ervan, dracht, klimaat en seizoen. Zo zullen linde- en acaciahoning anders van smaak, kleur en samenstelling zijn dan bijv. klaver-, koolzaad- of bloemenhoning. Zo is het ook met mijn honing. Doordat de drachtgebieden rond Amelis’Hof in Bunnik en Vitens in Zeist nogal verschillen qua vegetatie is het niet verwonderlijk dat er ook duidelijke smaakverschillen zijn, die overigens elk jaar weer wat kunnen verschillen.

Aangezien ik in principe de bijen de honing laat en alleen maar afneem wat werkelijk surplus is, vanwege mijn insteek om de bijen zo bijvriendelijk mogelijk te bejegenen en ze zo vitaal mogelijk te houden, heb ik ook meestal maar kleine voorraden honing of soms zelfs geen honing in de verkoop. Dat is een keuze, die ik gemaakt heb.

Als we kijken wat er zoal ín de honing zit, dan verschilt dat natuurlijk per soort, maar in grote lijnen kun je zeggen, dat er de volgende bestandelen in zitten:

Suiker

Honing bestaat voor 80% uit verschillende soorten suiker. Fructoses, glucose en andere suikers. De imker kan de optimale waarde controleren met een refractometer.

Water

Het watergehalte in honing is door het indampingsproces nauwkeurig geregeld.

h

Overige stoffen

Typisch voor honing zijn de zogenaamde vrije aminozuren. Deze zuren maken geen deel uit van de proteïnen, maar zijn wel de bouwstenen ervan. Er zitten ook kleine hoeveelheden pollen in.

Gezondheid

R
Honing is al sinds een eeuwigheid gewaardeerd als voedings- en zoetstof, maar ook als geneesmiddel toen al bekend en geliefd. De oude Egyptenaren, Assyriërs en Chinezen kenden al de geneeskrachtige kwaliteiten ervan. Hippocrates (460-370 v. Chr.) en Paracelsus (1493-1541) gebruikten honing als een belangrijk bestanddeel in hun preparaten.
R
Er zijn veel overleveringen en berichten over de heilzame werking van honing op tal van gebieden. Bijvoorbeeld voor inwendig gebruik bij herstel van vitaliteit, als hoestdrank, bij huidaandoeningen zoals schaaf- en brandwonden. De huidige medische wetenschap onderkent inmiddels ook een aantal van deze kwaliteiten van honing. Honing heeft een voedende en anti-sceptische werking.
R
Ook is honing in de wereld van de cosmetica een veel gebruikte component in veel verzorgingsproducten. Denk aan crèmes en zepen etc.