Fauna
Deze pagina’s zijn gewijd aan drachtplanten en hun bestuivers. Tevens komt het belang van een goede biodiversiteit aan de orde en daarmee ook het belang van een goed ecologisch verantwoord natuurbeleid en verantwoord land- en tuinbouwbeleid.Bestuiving is een onmisbare schakel in de levenscyclus van planten. Daarbij wordt stuifmeel van het mannelijke naar het vrouwelijke element van de bloemen gebracht, dus van de meeldraden naar de stamper. Niet minder dan 80% van de plantensoorten zijn voor hun voortplanting afhankelijk van het bezoek van insecten. Bijen, hommels, vlinders, kevers en vliegen zijn de belangrijkste bestuivers. Niet enkel de aantallen bestuivers, maar ook de diversiteit ervan is belangrijk, aangezien elke plantensoort zijn ‘eigen’ specifieke bestuiver(s) heeft.
De ontwikkeling van heel wat vruchten en groenten (en dus de bron van belangrijke vitamines en mineralen in onze voeding) is afhankelijk van bestuivers. Vooral bijen en hommels zijn onmisbaar: ze zijn verantwoordelijk voor de bestuiving van 100% van de klavergewassen, 90% van de kleine fruitsoorten, meloenen en pompoenen, 80% van de kersen en aardbeien, 70% van de appelen… Zonder bestuivers, geen fruit, groenten, koffie, cacao… : ons dieet zou er maar eentonig uitzien.
Daarenboven zorgt bestuiving tussen verschillende planten (kruisbestuiving, waarbij stuifmeel van één plant een andere plant bevrucht) voor een vermenging van het genetisch materiaal. Dat is van belang, omdat een te grote genetische eenvormigheid de soort kwetsbaar maakt. Ze kan dan minder goed reageren op bacteriële of klimatologische bedreigingen. De miljarden bezoeken van deze zoemende werkkrachten waarborgen de uitwisseling van genen, de gezondheid van de planten en, op langere termijn, van de ecosystemen.
Bestuivers staan echter onder grote druk door o.a. insecticiden en habitatverlies. Wereldwijd tekent zich een felle afname van het aantal en de diversiteit van bestuivers af. Terwijl de waarde van bestuiving wereldwijd op enkele miljarden euro’s per jaar wordt geschat!
De honingopbrengst die in Nederland ligt op ongeveer 1 miljoen kg. verzamelt door 80.000 volken. De wasopbrengst is van belang voor industriële en artistieke toepassingen, stuifmeel voor geneeskrachtige doeleinden, terwijl bijengif wordt toegepast in de pharmaceutische industrie. Propolis, de klevende hars die bijen verzamelen op knoppen van kastanjes en populieren heeft een sterk antiseptische werking. Honing heeft een heilzame werking en is ook sterk genezend bij brandwonden.
Bijen zijn de meest belangrijke groep bestuivers voor wilde planten en gewassen. De belangrijkste gewassen voor humane consumptie, zijn voor 70% afhankelijk van bestuiving. De totale economische waarde van de ecosysteemdienst bestuiving voor 2005 werd geschat op 152 miljard euro, wat gelijk staat aan 9% van de waarde voor de wereld landbouwproductie voor humane consumptie. De vraag naar bestuiving neemt wereldwijd toe door de toename in de teelt van gewassen met hoge productiewaarde, zoals fruit. De toename van deze hoogwaardige gewassen samen met hun bestuivers is van essentieel belang voor de groeiende wereldbevolking en hun behoefte aan vitaminen en mineralen.
Wilde bijen
De honingbij is maar één van de 350 soorten bijen die in Nederlands zijn aangetroffen. Wilde bijen (hommels en solitair levende bijen) vormen een enorme diversiteit aan bestuivers. Zowel in natuurgebieden als in de stad voelen deze bijen zich thuis, maar een beetje hulp is wel gewenst. Ook wilde bijen hebben last van menselijke activiteiten die leiden tot habitatdegradatie. Maar zelfs in de stad zijn hier oplossingen voor te vinden.
De solitaire bij verdwijnt om verschillende redenen:
Sierbloemen produceren minder nectar, het voedsel van de bij.
Ze vinden steeds minder plekjes om te wonen, vinden door de monotone plattelandsgebieden ook minder voedselaanbod.
Ook pesticiden als de neonicotinoïden spelen een grote rol bij het verdwijnen van wilde bijen en andere insecten als vlinders en zweefvliegen.